Tien gemeenten starten een pilot om mantelzorgers te ontlasten. Tijdens de pilot wordt de mantelzorgers logeerzorg geboden op locatie, om zo even op adem te komen. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ondersteunt de gemeenten met één miljoen euro vanuit het programma Langer Thuis.

Gemeenten kunnen dit bedrag onder meer gebruiken voor het aanstellen van een coördinator voor de logeerzorg. Deze brengt de pilot onder de aandacht bij professionals en coördineert de samenwerking tussen zorgaanbieders, gemeenten en verzekeraars.

Vanuit de overheid worden de ouderen gestimuleerd om zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door de zorg van naasten en familie. Maar de taak van deze mantelzorger is niet eenvoudig. Voor meel mantelzorgers is het een intensieve en zware taak. Dit leidt vaak tot overbelasting, wat ten koste gaat van de zorg.

Om overbelasting te voorkomen bestaat er ondersteuning voor de mantelzorgers, zoals respijtzorg. Respijtzorg is een vervangende zorg waardoor de mantelzorger even op adem kan komen en niet verantwoordelijk is voor de zorg op dat moment. Logeerzorg is een speciale vorm van respijtzorg. Tijdens de logeerzorg verblijft de mantelzorger in het verpleeghuis of andere locatie buiten het eigen huis.

De logeerzorg kan jaarlijks meerdere malen gepland worden, maar kan niet voorvloeien uit crisissituaties. Het zal dan gaan om een tijdelijks verblijf. Veel mantelzorgers durven niet om hulp te vragen, of voelen zich bezwaard om de zorg over te dragen. Ook bij huisartsen en de wijkverpleging ontbreekt vaak de expertise omtrent de ondersteuning voor mantelzorgers middels respijtzorg.

De tien gemeenten die deelnemen aan de pilot zijn: Westland, Capelle a/d IJssel, Dordrecht, Hoeksche Waard, Zeist, Nieuwegein, Helmond, Ede, Heerde en Assen. Tot april 2020 wordt gekeken of logeerzorg een uitkomst biedt.